
De klopgeest was weer van de partij.
Enkele weken geleden heb ik jullie al verteld dat onze gestreepte tijger de trapleuning had gestript. Met schuurpapier, een beetje grondlaag verf en de originele kleur van afwerking was het euvel geklasseerd en snel vergeten.
Maar deze nacht ging het weer grondig fout. Ik zat juist in een lekkere droomfase toen ik weer een tokkelend geluid hoorde dat van beneden kwam.
Ik keek eerst op mijn digitale wekker om te kijken hoe laat het was en moest daarna met mijn polshorloge verifiëren of dat het juiste uur was. Het was wel degelijk 03:14 uur en mijn wekker had haar toeren nog niet gehad.
Ik wipte uit het bed, knipte het licht aan en begaf mij naar beneden. Onder aan de trap stond mijn hond te hijgen als een bezetene en haar ogen stonden paraplu. We liepen naar de woonkamer waar ik mijn hond terug rustig kon krijgen, maar ze kon niet vertellen wat er gaande was. Ondertussen was ook de kat bij mij gekomen en stond ik dus mijn twee huisdieren liefdevol te strelen.
Na een minuut of tien hield ik het voor bekeken en liep naar de trap. ik zag dat er weer beschadigingen waren op de sponnen van de trap. Ik knipte de overbodige lichten uit en liep met een zucht terug naar boven om weer in mijn droom te springen. De poes vergezelde mij en de hond bleef beneden beteuterd voor het poortje aan de trap zitten.
Ik kroop terug in bed terwijl de kat op de vensterbank het nachtelijke stilleven van buiten gadesloeg.
Geen vijf minuten later werd er opnieuw op de trap gebonkt en dat herhaalde zich nog een paar keer. Na de derde keer hoorde ik de kat duidelijk van de vensterbank springen, dus eigenaardig genoeg kon zij het niet geweest zijn. Wij hadden haar dus al ten onrechte veroordeeld voor de eerdere schade. Gelukkig had ze dat toen niet begrepen en leefde gewoon verder in haar eigen stijl. Nu viel alle verdenking natuurlijk op mijn hond, wie anders. De beschadigingen leken identiek aan de vorige, alleen waren ze nu op andere plaatsen aangebracht.
Deze morgen was alles normaal, zoals altijd, toen ik opstond en werd begroet door de huisdieren. Maar de vragen bleven door mijn hoofd spoken: “Wie en waarom?” Was het de stormwind geweest, die de nacht vergezelde en alles rammelen deed en de beesten had opgejaagd. Was er de vorige keer misschien ook iets waarvan ze geschrokken waren en ons wilden verwittigen? Volgens de buren loopt er soms ’s nachts iets over de daken. Zij denken aan een marter die met volle lompe treden over de platte daken loopt. In onze straat is er al meerdere keren een marter gesignaleerd.
We zullen het misschien nooit weten want ik ben geen hond- of kattenfluisteraar en kan het hun dus niet vragen.
Ik ga nu wel nog even wachten met in de potten verf te roeren en de volgende nachten zal ik paraat blijven in de loopgraven, om snel te kunnen ingrijpen als het weer gebeurt. Het leven is niet altijd even gemakkelijk.